Toen ik in de jaren ’70 en begin jaren ’80 op de lagere school zat was er nog geen internet en multimedia. Al hoewel. Wij hadden – in ieder geval in de 5e en 6e klas – met enige regelmaat les met de video. Op mijn onlangs gesloopte school hadden ze een enorme Betamax video van Sony. Hierop kregen we met enige regelmaat aardrijkskunde les. Meestal waren dat bijna propagandistische filmpjes over de vooruitstrevendheid van Nederland als waterland. Wat me het meeste van deze filmpjes is blijven hangen is de muziek. Dat was namelijk vaak synthesizermuziek, en daar heb ik altijd een zwak voor gehad. Ik had een probleem. Ik vond de muziek weliswaar mooi, maar ik had geen idee van wie de muziek was, dus kon ik er ook geen plaat van kopen (of vragen voor mijn verjaardag). Datzelfde gold voor de muziek bij het programma ‘Wondere Wereld’. Chriet Titulaer presenteerde dat nagenoeg steevast vanuit Japan. Het land van de Rijzende Zon’ waar hij de nieuwste technologische spitvondsten aan ons ‘boerenkoolvolk’ demonstreerde. Het waren stuk voor stuk volstrekt nutteloze gadgets, waarvan ik me ook niet kan herinneren er ooit één in de winkel te hebben zien liggen. Maar ik keek dan ook vooral voor de muziek naar dit programma.
Ik ben toen op goed geluk in platenzaken gaan zoeken. Daar stonden de platen vroeger nog heel erg op genre en dat maakte het niet bepaald makkelijker. Want welk genre is dat in hemelsnaam? In Blerick had je vroeger een platenzaak ‘Wolters van Dijk’. Ze hadden ook sportkleren en het was een soort ‘Blokker’, maar ze hadden dus ook plaatjes. Niet bepaald het slimste lid van de familie hadden ze in de platenzaak achter de toonbank gezet. Zo heb ik naar vrijwel alle platen van ‘The Shadows’ en ‘Rogier van Otterloo’ geluisterd omdat het ‘licht’ achter de toonbank wist dat dat instrumentale muziek was, maar dat heeft me niks dichterbij gebracht. Tot ik op een dag – in de platencollectie van mijn eigen ouders notabene – een verzamelplaat vond waarop het nummer ‘To The Unkown Man’ van Vangelis stond. Dat was zo’n nummer van de schooltelevisie en het leek ook nog heel erg op veel andere nummers waar ik naar op zoek was. Nu had ik een naam en een titel en dat maakt het zoeken een stuk makkelijker. Ik heb de plaat ‘Spiral’ van Vangelis gevonden en de helft van alle nummers die ik zocht stonden daar op. Hieronder staan er een paar. Als je in de jaren ’70 geboren bent en je ooit naar de televisie gekeken hebt, moet je er een paar herkennen.
De andere helft bleef een mysterie. En het vervelende was dat ik die andere helft het mooiste vond. Ik heb ze in de platenzaak nooit gevonden, maar ooit kwam ik bij een vriend thuis en die had was CD’s van zijn broer op een bandje gezet. En daar stonden de andere nummers die ik al zo lang zocht achter elkaar op. Ze waren wederom allemaal van dezelfde groep. Niet van Vangelis dit maal, maar van ‘The Alan Parsons Project’. Voor de volledigheid ook even deze nummers.
The Alan Parsons Project (wat amper een project te noemen valt aangezien het een groot aantal CD’s geduurd heeft) was een vreemde combinatie van instrumentale en gezongen nummers. De gezongen nummers werden meestal gezongen door Eric Woolfson, maar ook door Chris Rainbow, Gary Brooker en Colin Blunstone. Met de instrumentale nummers hadden zij niet veel te maken. Dat deed Alan Parsons voornamelijk zelf. Die waren vrijwel geheel op de computer gemaakt, maar de warme klanken die zij met hun synthesizers wisten te produceren rond 1983 heb ik eigenlijk nog steeds niet geëvenaard zien worden.