Rond deze tijd verlaat de in 1977 gelanceerde satelliet Voyager 1 ons zonnestelsel. Rond deze tijd klinkt ruim, maar afgezet tegen de onmetelijk grootheid van de huidige verblijfplaats van dit technisch wonder is het heel erg specifiek. Eigenlijk is er natuurlijk ook geen fysiek grens aan het zonnestelsel, er is slechts een punt waar de aantrekkingskracht van de zon zo klein is geworden dat deeltjes er aan kunnen ontsnappen. Dat heb je met een magneet ook. Op een bepaald moment lukt het niet meer een stukje ijzer aan te trekken.
De sensoren van de Voyager stellen nu meer en meer vast dat ze intergalactische straling tegen komen die niet meer tot ons zonnestelsel behoort, maar die afkomstig is van geëxplodeerde sterren buiten ons zonnestelsel. Een toename nu van 5% per week. Prachtig natuurlijk. Vooral prachtig omdat het hier over techniek gaat die dik 35 jaar oud is. Techniek die er wel voor zorgt dat gegevens in 16 uur en 38 minuten 17.000.000.000 km afleggen en hier gelezen en verwerkt kunnen worden. En dat gaat nog wel even zo door ook. De data is uitermate compact en de overdracht snelheid naar onze maatstaven dramatisch laag, maar ook maar alleen omdat we kennelijk vergeten zijn hoe veel data er in 1 megabyte past. Voyager stuurt gegevens door met 40 bit per seconde. Dat is een kleine 5 byte. Daarvan passen er ongeveer 200.000 in een megabyte dus met die snelheden duurt het uploaden van een kleine foto ongeveer 2,3 dagen. En toch is dat een formidabele prestatie.
Iedere telefoon doet dat natuurlijk beter, maar geen enkele telefoon heeft dit bereik of een batterij die het al 34 jaar doet, want de Voyager heeft geen zonnepanelen. Het zijn weliswaar nucleaire krachtcellen gevuld met plutonium, maar die leveren na 34 jaar nog steeds een vermogen van 55% van het originele vermogen van ruim 350 watt bij 30 volt. Nu zouden we er nooit meer aan denken een satelliet met een dergelijke krachtbron de ruimte in te sturen, want als die krengen tijdens de lancering op aarde waren gestort was de ramp niet te overzien geweest, maar kennelijk was Greenpeace in 1977 op vakantie. Het goede nieuws is dat de batterijen het voorlopig nog wel even blijven doen, maar het slechte nieuws is dat het nu sneller achteruit zal gaan omdat het wat aan de frisse kant wordt daar ver weg. Net geen 3 Kelvin en dat is dit 270 graden onder nul Celsius. Voorlopig verwarmt Voyager zichzelf, maar op enig moment zal het vermogen te laag worden om de aan boord aanwezig apparatuur van de minimale hoeveel stroom te voorzien en dan zal langzaam het lichtje doven.
Niet dat het dan een zinloos object wordt. Weliswaar zal het over tientallen jaar technisch helemaal dood zijn, er zijn wel zaken aan boord die verwijzen naar het leven op aarde. Bekend is de gouden plaat met daarop geluiden van de aarde en tekeningen aan de achterzijde. Niet dat het waarschijnlijk is dat ander leven over een platenspeler beschikt, het is toch een ludiek idee. Probeer je maar eens voor te stellen wat het zou betekenen als er morgen eenzelfde plaat, maar dan van een voor ons onbekende beschaving, op aarde zou landen. Dat werk.
Wat ik persoonlijk fantastisch vind, maar ik ben wel een beetje een science fiction freak, is dat Voyager 1 en 2 ook microfoons aan boord hebben die geluiden opnemen en terugsturen naar de aarde. Op zich verwacht je natuurlijk geen geluid, want geluid is trillende lucht en in een vacuüm trilt niet veel, maar toch is het niet stil. Dat is natuurlijk te wijten aan de interpretatie van hetgeen de microfoons registreren, maar het is nog steeds heel fascinerend. Deze geluiden zijn in 3 dagen in 1983 bij Jupiter opgenomen en tot een opname verwerkt. Het is niet zo dat een een synthesizer mee fluit om het allemaal iets spectaculairder te maken, maar zo klinkt het dus rond jupiter op het moment dat Voyager 1 het dichtst bij de planeet is. Dat is geen echt moment omdat het drie dagen duurt, maar ik heb al gezegd dat tijd in de ruimte erg relatief is.
1. Closest Approach To Jupiter
If you enjoyed this article please consider sharing it!