Deze week zat Guusje ter Horst bij Pauw en Witteman haar teleurstelling te uitten over het feit dat er zo weinig vrouwelijke ministers en burgemeesters zijn. Inderdaad teleurstellend moet zelfs ik be-amen. Teleurstellend omdat het eigenlijk een volkomen oninteressant en onbelangrijk feit is.
Vrouwen hebben volgens ter Horst ‘ andere’ kwaliteiten die in het openbaar bestuur voor een stukje dynamiek kunnen zorgen. Andere invalshoeken. Andere gedachten dus. Zonder twijfel een interessante theorie, maar geldt die niet overal? In de jaren ’90 had ik het genoegen de politieschool in Heerlen te mogen bezoeken. Vrijwel alle agenten in Nederland waren toen blanke mannen dus ging men – aangemoedigd door dezelfde theorie als die van ter Horst over ministers – op zoek naar evenwicht in het korps. Natuurlijk niet via natuurlijk verloop en gefaseerde instroom, maar van boven gereguleerd met een voorkeursbeleid. Positieve discriminatie noemde we dat. Dat is gewoon discrimatie, maar dan prettig. Als je tenminste geen Nederlandse man met een snor bent want die waren er op de hele school in Heerlen niet meer te vinden. Als je het geluk had tot meerdere minderheden tegelijkertijd te behoren zat je carriere geramd. Een homoseksuele Joodse vrouw met donkere huidskleur, een wijnvlek in het gelaat, slechts een been en lijdend aan obsesitas heb ik er niet aangetroffen, maar dat was ongetwijfeld hoofdcommissaris materiaal geweest. Ik maak er natuurlijk een karikatuur van, maar volgens mij valt het met die andere invalshoeken en andere gedachte reuze mee en zijn vrouwen gewoon mensen. Dat vrouwen minder zichtbaar zijn in het openbaar bestuur heeft niet per definitie te maken met het feit dat vrouwen minder kansen zouden krijgen, maar wellicht ook met het feit dat vrouwen zich minder aangetrokken voelen tot een dergelijke functie en er dus gewoon minder zijn.
Er zijn namelijk ook heel veel beroepen waar het andersom is. Daar zijn veel vrouwen werkzaam en doet men vrijwel niks om meer mannen aan te trekken. Er zijn ook beroepen waar we niet op mannen of vrouwen zitten te wachten. Iedere ouder die zijn kind naar de kinderopvang brengt en daar een paar vrolijke mannelijke veertigers aantreft zal zich bewust of onbewust afvragen of het wel zo’n goed idee was hier de kinderen achter te laten. Dat is triest, maar wel realiteit. Ook in de gezondheidszorg is de verhouding mannen en vrouwen niet in balans. Zeker niet bij het verplegend personeel. Ik vind dat niet vreemd, want ik heb ook liever een vrouw dan een man aan mijn bed. Maar iniatieven om meer mannen aan te trekken zijn mij niet bekend. Dus wat wil ter Horst – en nog legio andere vrouwen overigens – nu eigenlijk. En waar trekt ze de grens? Zijn het de beroepen met status, lees: smoel, waar ze meer vrouwen wil hebben? Ministers, burgermeesters, rechters, chirurgen? Daar kan ik me best wel wat bij voorstellen. Of wil ze een gelijke verdeling in alle beroepen? Dus ook meer vrouwelijke bakkers, slagers, stukadoors? Ik hoop het niet. Al is dat natuurlijk zo hypocriet als de hel.
In Nederland wonen 17 miljoen mensen. Dat zijn 8,5 miljoen mannen en 8,5 miljoen vrouwen. Van die 8,5 miljoenen mannen, kampt 51% met overgewicht. Dat is dus de helft. Stel je nu voor dat van die groep mensen 25% een hele harige reet heeft dan wil dat dus zeggen dat in Nederland 7 procent van de bevolking bestaat uit mannen met overgewicht en een harige reet. Willen we dat percentage dan naar rato dan terugzien in alle mogelijk beroepen, dan doen er bij iedere balletvoorstelling bijvoorbeeld twee dikke harige kerels mee met de gratie van een duikplank. Niet omdat ze goed zijn in wat ze doen, maar omdat ze een dikke kerel zijn met een harige reet.
Bij ‘gelijke geschiktheid’ is hier natuurlijk nooit aan de orde, maar dat geldt voor die burgemeesters natuurlijk ook. Alleen is er daar makkelijker een punt aan te lullen. Ook is het zo dat geen enkele dikke man met een harige reet een strakke maillot en balletschoenen ambiëren zal. Maar eigenlijk is dat ook zo bij die burgemeesters en ministers. Samson heeft gezegd dat ministens de helft van de ministers een vrouw moet zijn. Maar het lukt hem niet. Hij kan ze niet vinden. De VVD is er iets minder stellig in, maar ook zij hebben weinig vrouwen in ‘beeld’. Het is dus allemaal maar mooi kletsen van politici van partijen waar sinds mijn geboorte nog nooit een vrouw lijsttrekker van de tweede kamerverkiezingen is geweest. Maak gewoon een vrouw minister-president, dan ben je van al het gedonder af. Wisten ze in Engeland al een jaar of twintig geleden en Duitsland heeft het nu ook ontdekt. Kroes zou een goede zijn. Ik ben voor. Maar dames. Gelieve niet te juichen.
If you enjoyed this article please consider sharing it!